RCC K&L heeft een super leuk interview gehouden met onze Paul.
Lees het artikel hier of scrol door.
Na twaalf jaar lang als kroegbaas te hebben gewerkt, vond Paul Bertholet het tijd voor wat anders. Het spreekwoord 'oude liefde roest niet' werd daarbij van toepassing, want hij keerde terug naar het vakgebied waarin hij met veel plezier had gewerkt: de koeltechniek. In zijn nieuwe baan komen de ervaringen die hij daarin opdeed samen met de ervaringen uit de kroeg.
Wat is uw huidige functie?
“Sinds 1 april ben ik teamleider maintenance bij PCT Koudetechniek in Deurne. Ik stuur negen monteurs aan. Dat betekent vooral dat ik functionerings- en voortgangsgesprekken voer; de mensen werken hier verder zo zelfstandig mogelijk. Verder hou ik me bezig met werkvoorbereiding; vragen van klanten komen hierbij in eerste instantie bij mij terecht. Ik kijk dan hoe de klanten zo goed mogelijk kunnen worden geholpen. Is er sprake van een complexe storing die de installatie niet platlegt, dan ga ik kijken wat er aan de hand is. Dat doe ik bijvoorbeeld ook om te zien of er verbeteringen aan de installatie mogelijk zijn. Is het probleem urgent en niet op afstand oplosbaar, dan stuur ik er uiteraard zo snel mogelijk een monteur op af.”
Hiervoor was u kroegbaas; een opmerkelijke overstap.
“Het idee om te stoppen als kroegbaas kwam op nadat ik samen met mijn vriendin een boerderij kocht. Het was een opknappertje om later in te gaan wonen. We woonden toen nog boven een van mijn twee zaken, wat betekende dat we altijd ‘aan’ stonden. Dat wilden we niet meer, vandaar de wens om te verhuizen. Terwijl ik de renovatie ter hand nam, bedacht ik me dat ik eigenlijk niet veel van mijn droomhuis zou kunnen genieten. Mijn twee cafés slokten namelijk veel tijd op, zo’n 80 tot 90 uur per week. Dat was de trigger om eens goed na te denken over onze toekomst. Uiteindelijk trokken we de conclusie dat het beter was om de cafés te verkopen en wat anders te gaan doen. Zo gezegd, zo gedaan.”
En dat betekende: op zoek naar een nieuwe baan.
“Dat klopt. En die vond ik dus bij PCT Koudetechniek. In 2021 ging ik daar aan de slag als koelmonteur. Mijn gevoel voor het ondernemerschap ging echter niet weg; daar wilde ik graag weer wat mee doen. De kans daarvoor kreeg ik in een nieuwe functie als klantverantwoordelijke monteur, waarbij ik veel direct contact met klanten heb. Daar is op 1 april de functie van teamleider bijgekomen, waarbij al mijn ervaringen samenkomen. Als je twaalf jaar kroegbaas bent geweest, weet je goed hoe mensen in elkaar zitten. Je hoort namelijk veel verhalen aan de bar. Die mensenkennis komt nu goed van pas in mijn werk. En net als bij PCT nu, stond ik in de cafés klaar voor de klanten. Ik deed er alles aan om ze een zo fijn mogelijke avond te bezorgen. Het gevoel om mensen te dienen en ergens uit te helpen, dat zit in me. Dat doe ik nu zowel voor klanten als medewerkers. En ook in de horeca gaf ik leiding; er stonden twaalf mensen op de loonlijst. Met evenementen als carnaval en de kermis waren er soms wel dertig mensen aan het werk. Belangrijk in mijn stijl van leidinggeven was dat ik ook deel uitmaakte van het team. Ik heb gemerkt dat dat goed viel bij de medewerkers, en dat hielp om dingen voor elkaar te krijgen. Bij PCT doe ik dat net zo, maar of dat hier ook werkt, moeten we natuurlijk nog zien. Ik verwacht uiteraard van wel.”
Voor u in de horeca kwam, werkte u in de koeltechniek. Hoe kwam in deze sector terecht?
“Aanvankelijk was ik elektricien, waarvoor ik tijdens mijn opleiding aan de lts koos. Ik werkte vervolgens vijf jaar in dit vakgebied, bij een installateur. In de baan erna werkte ik bij de technische dienst van een slachthuis, waar ik leidinggevende werd. En daar vond mijn kennismaking met de koeltechniek plaats. Vanaf het begin dat ik in het slachthuis werkte, was ik gefascineerd door de koeltechniek. De natuurkundige kant van de techniek en de mechanica spraken me erg aan. Het is veel breder en daardoor interessanter dan de elektrotechniek.”
En toen naar de kroeg?
“Nee, niet direct. Ik heb ook nog een aantal jaar bij een koeltechnisch bedrijf gewerkt. Daar kwam ik terecht toen er bij de slachterij een sanering plaatsvond. Dat gebeurde in 1999; het was een lastige tijd voor slachterijen. Ik moest op zoek naar een nieuwe baan en omdat de koeltechniek mij aansprak, wilde ik hierin verder. Ik ging op de serviceafdeling werken, en tegelijkertijd volgde ik bij het Koning Willem 1 College in Den Bosch de opleiding tot monteur koudetechniek, en aansluitend de opleiding servicemonteur koudetechniek. Het werk beviel me goed, tot het bedrijf werd overgenomen. Het proces van een interne fusie verliep stroef, wat het werk er niet leuker op maakte. Verder merkte ik dat het karakter van het bedrijf veranderde; het saamhorigheidsgevoel verdween. Ik voelde me er niet meer thuis en besloot dat het beter was om te vertrekken. Ik stapte daarom over naar een bedrijf in de hijs- en heftechniek, maar daar werkte ik maar kort, omdat ik wat leukers vond: de horeca.”
Van de koeltechniek naar de horeca; toch ook weer een bijzondere carrièreswitch.
“De horeca was niet nieuw voor me; ik kluste regelmatig bij in een café in mijn woonplaats Sevenum. Toen de eigenaar van dat café stopte, kreeg ik de mogelijkheid om het over te nemen, samen met een ander café dat ook van hem was. De cafés runnen vond ik erg leuk. Kastelein is een mooi, maar wel een zwaar vak. Je moet aanstaan als andere mensen niet aanstaan. En altijd tot in diep in nacht doorwerken, zes dagen per week. Uiteindelijk heeft me dat doen besluiten om de horeca vaarwel te zeggen.”
En toen weer de koeltechniek in. Is er in twaalf jaar veel veranderd?
“De basis van de techniek is nog gelijk, maar verder zijn de ontwikkelingen hard gegaan, zowel in technische zin als bij de digitalisering. Dat geldt voor de nieuwe installaties, maar we hebben ook klanten met installaties die ik nog vanuit mijn werk bij het koeltechnische bedrijf kende. De nieuwste ontwikkeling is AI; we zijn daar nu mee bezig voor machine learning. Dat is overigens niet iets waar ik zelf actief mee bezig ben. Ik ben meer van het sleutelen, maar vind de ontwikkeling wel interessant. Uiteindelijk zal AI storingen gaan opsporen en als het kan, gaan we die op afstand verhelpen, maar er zal nog wel gesleuteld moeten worden.”
Sommige installateurs hebben hun kantine omgetoverd tot een soort café, voor de vrijdagmiddagborrel. Is dat bij PCT, met een oud-kastelein in het midden, nu ook het geval?
“We hebben een prima kantine, maar die lijkt niet op een café. Op vrijdagmiddag doen we hier weleens een drankje. Of die kantine ooit wordt omgebouwd tot café? Dat vermoed ik niet; we vallen onder een groot bedrijf (Unica, red.) en ik denk niet dat zoiets bij dat bedrijf past. Maar met bedrijfsfeesten of barbecues zorgen we er met behulp van de plaatselijke horeca altijd voor dat het hier een keigezellige ruimte wordt.”
Een groot bedrijf? Daar had u toch geen goede ervaringen mee?
“De afstandelijkheid die me tegenstond, ervaar ik hier niet. Het familiare karakter van het bedrijf is hier na de overname niet verdwenen. Alle deuren staan letterlijk en figuurlijk open. Waar nodig helpen we elkaar zoveel mogelijk.”
En uw doel om meer van uw droomhuis te kunnen genieten, is die uitgekomen?
“Dat is zeker het geval. Het woonhuis is nu klaar, maar we zijn nog niet uitgebouwd. We zijn nu bijvoorbeeld bezig met een overkapping voor het terras. Bij de boerderij zit een stuk land van ruim een hectare. Daarop grazen drie koeien en drie schapen, dus ik ben inmiddels ook aan een carrière als (hobby)boer begonnen.”
Een laatste vraag: u weet zich vast nog wel een smeuïg verhaal te herinneren dat u aan de bar heeft gehoord?
“Ik heb inderdaad veel interessante en soms ook smeuïge verhalen gehoord. Met een slok op vertellen mensen vaak meer dan ze wellicht in nuchtere toestand zouden doen. Het ging vaak over problemen, dat wel. Zowel thuis als op het werk of met de kinderen. Maar een specifiek verhaal kan ik me helaas niet herinneren. Het luisterend oor zag ik ook als een professioneel onderdeel van het vak. Als kastelein probeer je daarmee mensen een fijne avond te bezorgen. Dat betekent dat je soms een soort psycholoog bent die mensen uit de put probeert te halen.”